Nadat onze vakantie naar IJsland niet door kon gaan, doordat Wow Air failliet was en onze tickets dus niet meer gebruikt konden worden, moesten we halsoverkop op zoek naar een alternatieve bestemming. Heel veel keus was er niet meer, een week voor vertrek, maar uiteindelijk vonden we een betaalbare vlucht via Transavia naar Tel Aviv. Dat betekende dat we ons moesten verdiepen in Israël. Wat kun je doen in Israël? Wat zijn de bezienswaardigheden en de mooie plekjes? We besloten een rondreis naar Israël te maken en niet alleen een stedentrip naar Tel Aviv. Israël heeft immers nog zoveel meer te bieden!
Inhoudsopgave
Voorpret voor vakantie naar Israël
Wat ik meestal doe als ik op reis ga en wil weten wat de must see’s, must do’s en must eat’s zijn, is op zoek naar blogs met tips. Veel (reis)bloggers hebben namelijk goeie tips online staan. Ik print de blogs vaak uit, of maak lijstjes met tips. In dit geval kende ik iemand persoonlijk die redelijk bekend is in Israël en mij van tips kon voorzien. Daarnaast kocht ik ook nog een Lonley Planet. Deze reisgids voor Israël is alleen verkrijgbaar in het Engels, maar ik ben er tevreden over. Er stond veel bruikbare informatie en achtergrond in. We hadden maar een week om ons voor te bereiden op de 4daagse rondreis door Israël, korte voorpret dus! Gelukkig vond ik ook online nog wat inspiratie om mijn reis voor te bereiden naar Israël.
Reisadvies Israël
Vooraf checkte ik nog even het reisadvies. Het grootste deel van Israël is geel, wat eigenlijk betekent dat je het land prima kunt bezoeken. Natuurlijk zijn er gebieden waar je weg moet blijven, zoals de Gaza strook en de grensgebieden met Libanon en Syrië, omdat het daar onrustig is. Daar kun je rekening mee houden als je de route gaat plannen. Hoewel ik het een klein beetje spannend vond vooraf, kan ik zeggen dat ik me geen moment onveilig heb gevoeld. Ondanks dat je op straat wel militairen ziet lopen met geweren enzo.
Controle op de vliegvelden
Hier en daar had ik wat gehoord en gelezen over de strenge controle op het vliegveld. Wij waren dus voorbereid op veel gedoe en lang bezig zijn met inchecken, maar dat viel zowel op de heen- als op de terugweg enorm mee. Op de heenweg ging het op Schiphol eigenlijk net als anders: koffer door de douane, door de scanner en daarna waren we klaar en konden we nog even lekker wat drinken. Op de terugweg waren we gewaarschuwd dat we echt 3 uur van te voren op het vliegveld moesten zijn. Als eerste moesten we langs een speciale security, waar we wel even ondervraagd werden over wat onze connectie was, waar we precies allemaal geweest waren, wie we ontmoet hadden, of we nog contact gingen houden met sommige mensen, of we mensen kenden in Jordanië en Israel en of we pakketjes moesten meenemen van iemand in onze koffer. Daarna kregen we een witte sticker op ons paspoort en mochten we verder. We moesten nog we een keer of 5 ons paspoort laten zien, maar daarna waren we ingecheckt en hadden we nog ruim 2 uur over. Ik heb wel gehoord dat de controle anders kan verlopen als je moeilijk doet over de vragen of als je reist met iemand die niet Westers is.
Huurauto van Sunny Cars
We wisten al van te voren dat we niet alleen in Tel Aviv wilden blijven, maar echt wat van het land wilden zien. Een korte rondreis langs een aantal bezienswaardigheden in Israël dus. Dat kan natuurlijk niet zonder huurauto. Bij de huurauto van Sunny Cars namen we een navigatiepakket, omdat onze telefoons buiten Europa voor hoge kosten zorgen als je je data roaming aan zet. Nu kregen we een iPad mee en wat daar extra handig van was, was dat we niet alleen navigatie hadden in de auto, maar daardoor ook de hele tijd internet hadden! Zo kon ik mooi overal fotootjes posten. Daarnaast is alles met Sunny Cars natuurlijk goed geregeld door de fijne all-in formule. Je hoeft je niet extra bij te verzekeren en als je onverhoopt schade hebt, wordt dat allemaal vergoed door Sunny Cars. De Sunny Cars auto stond voor ons klaar op de luchthaven van Tel Aviv en we waren zo weg. Ideaal!
Wat kun je doen in Israël?
We kwamen er tijdens de voorbereidingen van onze rondreis al snel achter dat Israël een heleboel te bieden heeft. Het Noorden schijnt erg mooi te zijn, maar ook Tel Aviv, het gebied rondom de Dode Zee is prachtig. Keuzes, keuzes! Ik had ook al heel lang Petra in Jordanië op mijn bucketlist staan. Dat kun je vanuit Eilat bezoeken. Op twitter zag ik dat de organisatie GetYourTicketGuide aan iedereen die gedupeerd was door Wow Air een gratis tour aan bood en dat trok mij over de streep om ook Eilat in onze route op te nemen, zodat we vanuit daar een tour naar Petra in Jordanië konden maken.
Wat was onze route in Israël?
We hadden uiteindelijk 4 dagen en besloten de volgende route door Israël te rijden. De dag van aankomst bezochten we Tel Aviv. Na het avondeten daar reden we door naar Arad voor een overnachting aan de rand van de woestijn. Van daaruit bezochten we Masada, Ein Gedi en Ein Bokek. ‘s Avonds reden we naar Eilat, van waaruit we de dag erna een tour naar Petra maakten. Na deze tour reden we vervolgens naar Mitzpe Ramon om te overnachten en de volgende dag dit gebied te bekijken, gevolgd door Jeruzalem.
Lees ook: Reisroute Jordanië en Israel in 2 weken
Citytrip Tel Aviv
Tel Aviv bleek een verrassend leuke en hippe stad. We begonnen met een lunch bij Benedict op de Rothschild Boulevard. Dit leuke ontbijt en lunch tentje in Tel Aviv is zeker een aanrader. Vriendelijke bediening, leuke ingericht, heerlijk eten en de straat waar het zit is ook de moeite waard. Daarna reden we naar Shalom Shabazi, wat een hele hippe straat is vol gezellige koffietentjes en geweldige winkels. Vervolgens reden we door naar Jaffa, de oude stad van Tel Aviv. Dit vonden wij een gezellige plek. Bekend daar is de Clock Tower, maar er is ook een leuke markt en er zijn allerlei gezellige straatjes met cafeetjes en winkels. We liepen naar de boulevard om een paar foto’s te maken en gingen ook nog even naar Hapisga Park, waar we op de Wishing Bridge een wens deden en wat foto’s maakten. Op één dag zegen we dus heel wat bezienswaardigheden. Toen het begon te schemeren reden we naar Taizu, een fusion restaurant waar we heerlijk gegeten hebben. Aanrader! In deze blog lees je trouwens nog veel meer tips voor Tel Aviv, ook de wat minder bekende, van iemand die er zelfs gewoond heeft.
Arad en Massada
We hebben dus overnacht in Arad, waar we ‘s morgens bij Aroma genoten van een heerlijk ontbijt en vervolgens op pad gingen richting Massada. Aroma is een keten die je door heel Israël vindt en zeker een goeie plek is voor ontbijt of lunch. Wij aten er twee keer en het was beide keren goed. Daarna gingen we op pad naar Massada. Massada is een citadel bovenop een rots in de woestijn. In ongeveer 30 minuutjes rijd je erheen vanuit Arad. De tocht op zich is al prachtig. Bij Massada zelf moet je entree betalen, daarna parkeer je en kun je de 400 meter hoge rots opklimmen. Massada heeft twee ingangen. De ingang in de buurt van Ein Gedi heeft the shake path, een pittige klim naar boven. Je kunt ook met een kabelbaan. Als je de andere ingang hebt, zoals wij vanuit Arad, is het een relatief korte klim van 15 minuten. Het uitzicht is prachtig van boven en het is mooi om de overblijfselen te zien van de citadel. Wij waren er ongeveer anderhalf uur en hadden toen het grootste gedeelte wel gezien. Het was erg druk met toeristen, dat was jammer voor de foto’s.
Ein Gedi
Vanuit Massada reden we door naar Ein Gedi. Dit is een Nationaal Park en eigenlijk een soort oase in de woestijn. Vanuit de ingang kun je meerdere wandelingen volgen. Een kaart krijg je bij het kopen van je kaartje. Wij hebben vanwege tijdgebrek alleen de korte wandeling gedaan van 30 minuten naar de Davids Fall. Dit was een prachtige route langs water, poeltjes en watervallen, maar ook mega druk door toeristen. We begrepen dat de andere routes veel rustiger zijn, maar de wandeling ook langer, minimaal anderhalf uur en er is zelfs een wandeling van 15 kilometer. Als ik tijd had gehad, had ik die graag gedaan, maar voor nu was dit ook prima. Ik heb veel mooie foto’s gemaakt, het is echt een prachtige plek.
Ein Bokek, drijven in de Dode Zee
Na Ein Gedi reden we naar Ein Bokek, waar de kunt drijven in de Dode Zee. In de zee ligt een eilandje van zout met een boom erop. Ik had dat vooraf op instagram gezien en wilde daar graag naartoe zwemmen, maar dat idee liet ik al snel varen. Zwemmen in de Dode Zee is namelijk best ingewikkeld, omdat je constant door het zoute water omhoog geduwd wordt. Bovendien kon ik mijn camera al zwemmend toch niet meenemen. Het was heel bijzonder en bizar om in de Dode Zee te liggen. Je kunt je er geen voorstelling van maken, maar je blijft echt drijven.
Zout!
Ik had gelezen dat het zout pijn doet aan je voeten en je beter slippers kon aandoen, maar daar hebben wij niks van gemerkt op de plek waar wij waren. We konden zo het water in lopen. Wel voel je het water prikken op je huid. Ik had een wondje op mijn voet en dat deed echt zeer van al dat zout. Na ongeveer een kwartier gingen we er uit en spoelden we ons af bij de douche op het strand. Mijn huid voelde zacht aan. Je kunt bij een winkel modder kopen om je in te smeren. Ik heb die modder wel gekocht, maar gewoon mee naar huis genomen. Je moet trouwens echt opletten dat je het water niet binnenkrijgt of in je ogen krijgt, dat schijnt echt niet goed te zijn en heel veel pijn te doen of zelfs voor een medische noodsituatie te kunnen zorgen. Wij hebben dus voorzichtig gedaan en elkaar ook niet nagespetterd. Met kinderen wel belangrijk om goed uit te leggen!
Eilat
Na de Dode Zee reden we nog ruim 2 uur door naar Eilat. Eilat is een soort hysterische badplaats a la Llorret de Mar. Grote hotels, veel lichtreclames en weinig kneuterige gezelligheid. Wij hadden er een soort Bed & Breakfast geboekt in een buitenwijk en gingen van daaruit op zoek naar een leuk restaurant. Uiteindelijk kozen we voor The Last Refuge. Dit bleek een goede keus. We konden lekker buiten zitten met uitzicht op de Rode Zee en hebben heerlijk vis gegeten. Verder hebben we weinig van Eilat gezien, want het werd al donker. Maar volgens mij hebben we er ook niet al te veel aan gemist.
Petra in Jordanië
De volgende ochtend moesten we al om 7 uur in de lobby staan van een hotel in Eilat. Daar werden we opgehaald voor de tour naar Petra in Jordanië. Petra is de Griekse naam van de hoofdstad van de Nabateeërs en werd ook wel Raqmu genoemd vroeger. De stad ligt in een kloof in de heuvels en is gedeeltelijk uit de rotsen uitgehakt. Alle gebouwen die er ooit stonden, zijn nu ruïnes. Vanuit Eilat moesten we de grens over naar Jordanië, wat best een gedoe was met zo’n groep en lang wachten. Daarna moesten we nog 2 uur rijden naar Petra en toen gingen we met de gids de oude stad in.
Wandeling door de kloof
In het begin heb je geen idee wat je te wachten staat. We begonnen met een wandeling van ongeveer 3,5 kilometer tussen de rotsen. Na verloop van tijd kom je in een lange kloof terecht en ineens zie je daar de Treasury van Petra. Schitterend! Vooral als je je realiseert dat ze meer dan 4 jaar bezig zijn geweest met uithakken. Dat gaat geen mens meer doen tegenwoordig, dat maakt het extra bijzonder. Als je denkt dat je er dan bent, heb je het mis. Petra is namelijk enorm groot. Wij hebben op een bepaald moment met de gids afgesproken dat we ons eigen plan gingen trekken, om zoveel mogelijk te zien. We hebben heel veel gelopen, geklommen en gezien. Ik vond het heel indrukwekkend en zal dit bezoek niet snel vergeten. Rond 4 uur kregen we nog een late lunch bij de tour en toen reden we terug naar de grens.
Mitzpe Ramon
Wij hadden er voor gekozen om diezelfde avond vanuit Eilat nog door te rijden naar Mitzpe Ramon en daar te overnachten, zodat we de volgende dag meer tijd zouden hebben om de krater Maktesh Ramon te bezoeken. De rit viel tegen: 2 uur door het donker na zo’n lange dag is best pittig. Toen we er waren hebben we in het Isrotel waar we sliepen wat gegeten en daarna zijn we lekker naar bed gegaan. ‘s Morgens reden we direct naar Maktesh Ramon en zagen toen pas wat een prachtig gebied dit is. We hadden daar ‘s avonds doorheen gereden, maar niets gezien doordat er nauwelijks verlichting is. We bezochten de Holot Tsivonyim oftewel The Stone, wind and waterside en gingen op zoek naar het seven colored sand, wat nogal onduidelijk was en uiteindelijk ook niet echt meer bleek te bestaan.
Jeruzalem
Na Mitzpe Ramon reden we naar Jeruzalem. Let op, er zijn er 2: een hele kleine van 1 straat en het Jeruzalem met de Klaagmuur. Wij stonden bij de verkeerde en moesten toen nog 58 minuten rijden om bij de goede Jeruzalem uit te komen. Jeruzalem is erg druk, je staat veel in de file om van de ene naar de andere plek te komen. Wij bezochten als eerste de Klaagmuur, want die wilde ik heel erg graag zien. Mannen en vrouwen zijn van elkaar gescheiden, dus ik moest de muur apart van Maik bezoeken. Wel bijzonder om daar te staan en de muur aan te raken. Overal liggen briefjes op de grond of ze zijn tussen de stenen gestopt. Ook liggen er bijbels en zitten mensen gewoon op plastic stoeltjes te bidden. Heel magisch. We liepen van daaruit even de oude stad in, maar pakten toen weer de auto om de olijfberg op te rijden.
Olijfberg Jeruzalem
De Olijfberg kun je vanuit de oude stad op lopen, wat prima te doen is maar wel een pittige tocht. Wij kozen er voor om de rit met de huurauto te maken. Scheelt een hoop energie èn tijd en we konden gewoon tot helemaal boven komen en daar ook parkeren. Vanaf de olijfberg heb je een schitterend uitzicht over de stad. Wat ik vooral bijzonder vond, was dat je alle geloven ziet samen komen. Je ziet de moskeeën, de kerken en ook de Joodse begraafplaats onder je.
Mahane Yehuda Market
Als laatste bezochten wij de Mahane Yehuda Market. Dit is een grote markt, met wel 250 verkopers. Het is een wat moderner gedeelte van Jeruzalem en je kunt er heerlijk langs alle kraampjes struinen met gedroogd fruit, kruiden en allerlei andere spullen. Wij zijn ook nog een stukje verder de wijk in gelopen, want er zitten wat leuke restaurantjes en we kochten in Jaffa Street bij een boekwinkel een Israëlisch prentenboek, een gewoonte van ons als we in een nieuw land zijn. Na een lekkere lunch was het voor ons tijd om naar het vliegveld te gaan voor de terugreis.
4 dagen Israël
In 4 dagen tijd hebben wij een heleboel van Israël kunnen zien en zelfs een stukje Jordanië. Ik heb maarliefst 3 dingen van mijn bucketlist kunnen strepen: drijven in de Dode Zee, de Klaagmuur in Jeruzalem bezoeken en een trip naar Petra in Jordanië. Ik zou best nog een keer terug willen, want ik heb van Jeruzalem en Tel Aviv alleen de high lights gezien. Ook het Noorden lijkt me prachtig. Ik ga dus de tickets in de gaten houden, want je kunt met Transavia voor zo’n €250 per ticket al naar Israël vliegen en soms zelfs goedkoper. Overnachtingen boekten wij via Booking.com, sommige plekken zelfs toen we er al waren. Dat ging prima. Ik kijk terug op een geweldige paar dagen en heb een goede indruk van het land gekregen.