Snaefellsnes, de bezienswaardigheden en route die wij hebben gereden over dit schiereiland, zet ik uiteen in deze blog. Naast de 10 highlights die wij hebben gezien, vermeld ik ook nog 9 bezienswaardigheden die de moeite waard zijn, maar waar wij geen tijd voor hadden. Jammer genoeg, want ik had zeker nog langer willen blijven om alle highlights te zien. Snaefellsnes is een schiereiland in IJsland. Het ligt boven Reykjavik, ingeklemd tussen de Faxaflói baai in het zuiden en de Breiðafjörður fjord in het noorden. Een bergketen loopt in oost-westelijke richting over de gehele lengte, en het hoogste punt daarvan is de 1446 meter hoge Snaefellsjökull. Hier ligt ook een vulkaan en de gletsjer Jökull, die bij de waterval Barnafoss ligt. Snaefellsnes is in feite IJsland in het klein. In deze blog leg ik uit waarom, geef ik tips over de bezienswaardigheden, vertel ik waar je moet zijn voor worteltaart, vulkaangebied, hotpools en nog veel meer.
Lees ook: Hotpools in IJsland
Lees ook: IJsland, de Golden Circle en Zuid-IJsland
Boek nu: Een tour op Snaefellsnes met een professionele gids
Inhoudsopgave
Snaefellsnes, de bezienswaardigheden en route van dit schiereiland
Op Snaefellsnes vind je alles wat je in de rest van IJsland ook vindt. Watervallen, vulkanen, bergen, lavavelden, geometrische velden, gezellige IJslandse stadjes met dito restaurantjes, als je geluk hebt (zoals wij) zelfs het Noorderlicht! Dat laatste is natuurlijk een bezienswaardigheid die je niet kunt voorspellen, maar mocht je de mazzel hebben, dan zijn er mooie plekjes om dit te fotograferen, zoals bijvoorbeeld bij de Kirkjufell. Snaefellsnes ligt op zo’n 2 uur rijden van Reykjavik, wat het tot een prima plek maakt om te ontdekken. Je kunt dat in 1 dag doen, zoals wij, maar dan heb je niet veel tijd om overal uitgebreid te kijken. Liever kies je voor 2 of 3 dagen, zodat je ook eens uitgebreid een worteltaartje kunt eten of een hotpool kunt bezoeken. Toch kun je in 1 a 2 dagen al heel wat bezienswaardigheden op Snaefellsness bezoeken.
Tip: Een reisgids voor IJsland is als naslagwerk best handig, bol.com heeft een groot assortiment!
Het weer in de winter op Snaefellsnes
Wie denkt aan IJsland, denkt vaak aan kou. Toch valt dat best mee. IJsland heeft een koud zeeklimaat, maar dat resulteert in relatief milde winters. Wel kan het erg nat en guur zijn. Door de invloed van het warme zeewater is het langs de zuidkust en in het zuidwesten niet extreem koud. De gemiddelde temperatuur ligt hartje winter net onder het vriespunt. Ga je meer naar het noorden of het midden van IJsland, dan moet je wel rekenen op temperaturen ruim onder nul. Deze gebieden zijn echter in de winter niet bereikbaar. Op Snaefellsness is het klimaat een stuk milder door de invloed van de zee. Gemiddeld is het hier zon 3,5 graden boven nul in de winter. Toch zijn er ook uitzonderingen, waarbij het zelfs extreem koud kan worden met zo’n -20 graden. Dit gebeurt bijvoorbeeld als de zee een noordelijke stroming heeft en zo koude lucht uit het poolgebied meebrengt. Reken op regen en grijze luchten, met af en toe een prachtige winterdag met blauwe lucht. Je bikini moet wél mee, voor de waanzinnig heerlijke hotpools!
Onze route op Snaefellsnes inclusief kaart
Wij kwamen vanuit de Westfjorden Snaefellsnes binnen gereden, wat wij de dagen ervoor hadden bezocht. We arriveerden ‘s avonds rond 20.00 uur bij hotel Strundarfridur in Stykkishólmur. Dit hotel is heel mooi, een soort houten blokhut met klein restaurantje. De kamers zijn redelijk groot en de badkamer netjes en schoon. Een mooi plekje voor zo’n €120! Na een lange dag van bezienswaardigheden bezoeken, is een warm en mooi ingericht hotel echt een cadeautje. Aanrader dus!
Lees ook: Rondreis door de Westfjorden
Lees ook: IJsland in de zomer met kinderen
Stykkishólmur
Stykkishólmur is een gezellig stadje, met een aantal fijne restaurants. Wij aten bij Narfreyarstofa, een leuk restaurantje in het centrum. Heerlijk eten, de gerechtjes leken wel schilderijtjes. Een prima begin voor de eerste avond. We hadden helaas geen tijd om het stadje ook overdag te bezoeken. Jammer, want er schijnt een mooi vulkaanmuseum te zijn. Ook de bibliotheek van het water en het Noorse huis zijn hightlights van dit stadje. De huizen waren erg verouderd, maar hebben de laatste jaren een opknapbeurt gehad. In de haven van Stykkishólmur vertrekt trouwens ook de veerboot naar de Westfjorden. Die vaart niet op alle dagen, zeker in de winter niet, dus zoek dat vooraf goed uit als je daar gebruik van wilt maken. Wij hebben vanuit de Westfjorden tot aan Stykkishólmur gewoon met de auto gereden. Een flinke rit en veel minder mooi dan de route door de Westfjorden, maar alsnog prima te doen. Snaefellsnes, de bezienswaardigheden en route van dit schiereiland, beginnen wij dus aan de Noordkant.
De avond werd echter nog beter, toen het noorderlicht begon te dansen en wij dat uit de auto zagen. De hele avond door, van half 9 tot middernacht hebben we foto’s staan maken op verschillende plekken, waaronder de bekende berg Kirkjufell. Fantastisch! Onze dag kon niet meer stuk, en onze trip op Snaefellsnes moest nog beginnen 🙂
Linksom of rechtsom
Wij begonnen onze route door Snaefellsnes dus in Stykkishólmur en reden het schiereiland dus linksom. Dat kwam, omdat wij vanuit de Westfjorden kwamen. Wie vanuit Reykjavik komt, rijdt de route waarschijnlijk rechtsom en komt via Borgarnes en Eya- og Miklaholtshreppur Snaefellsnes binnen. Je moet dan deze route dus andersom lezen, je krijgt alle Snaefellsnes bezienswaardigheden dan in omgekeerde volgorde voorbij. Niet dat het uitmaakt, maar wel handig om rekening mee te houden.
Lavavelden van Snaefellsnes
Vanuit Stykkishólmur neem je weg 54 en even voor het fjord Hraunsfjardarvatn pak je weg 558, die rechtstreeks door de lavavelden gaat. Ik kan je vertellen dat dit een bezienswaardigheid op zich is als je van ruige natuur houdt. Bizarre landschappen komen aan je voorbij: zwarte lavastenen, soms begroeid met lichtgroen mos, roodbruine grond, meren, bergen, echt prachtig. Wij stopten zowat elke vijf minuten wel om foto’s te maken. En dan nog krijg je niet helemaal vastgelegd wat je ziet, zo indrukwekkend is het. Je rijdt het water rond en komt vanzelf weer terug op de 54, vlak voor Grundarfjörður.
Kirkjufell en Kirkjufellfoss
Je rijdt verder op de 54 richting Grundarfjörður, een dorpje met wat kleine winkeltjes en een kerkje. Dit dorp is vooral bekend vanwege de beroemdste bezienswaardigheid op Snaefellsnes: de Kirkjufell berg en de Kirkjufell watervallen. Deze vind je even na het dorpje. In de avond een perfecte spot om het Noorderlicht te fotograferen. Overdag kan het er druk zijn, maar ga je vroeg in de ochtend dan valt het mee. Je kunt de auto vlakbij parkeren en dan naar de watervallen lopen, die iets hoger liggen. Wij maakten ook foto’s wat eerder langs de weg, voor het meer. Dan krijg je net even een wat ander beeld dan dat wat de meeste toeristen schieten (zoals hieronder): de watervallen en de Kirkjufell in één foto.
De Kirkjufell beklimmen
De Kirkjufell kun je ook op, een behoorlijke klim van meer dan 3 uur. Boven schijnen fossielen te vinden te zijn, maar bovenal waanzinnige uitzichten. Op TripAdvisor lees ik wel verhalen van mensen die de tocht aardig onderschat hadden. Met sneeuw of ijs zou ik het dan ook niet doen, want sommige stukken zijn erg stijl. Je kunt dit ook met een gids doen, wellicht is dat de moeite waard.
Ólafsvík
We vervolgen de weg 54 en gaan dan over op de 574 tot aan Ólafsvík, waar we als eerste een boot in het gras zien liggen. Een mooi plaatje, en het dorp blijkt ook niet tegen te vallen. Vele gekleurde huisjes en het ademt een sfeer van gezelligheid. De Ólafsvíkurkirkja uit 1967 valt meteen op, met zijn moderne architectuur en daarnaast de Baejarfoss waterval. We maken een paar foto’s en kijken of we ergens worteltaart kunnen scoren, maar tevergeefs. Er zit wel een leuk restaurantje voor de lunch, Hraun, maar dat is nog niet open als wij er zijn. Gelukkig hebben we nog wat te eten in de auto liggen. Snaefellsnes, de bezienswaardigheden en route vervolgen we dan maar snel verder.
Walvissen en orka’s spotten
In de haven van Ólafsvík vertrekken trouwens in het walvissenseizoen, dat loopt van mei tot en met september, schepen om je een bijzondere ervaring te bezorgen. Je kunt namelijk met een walvisspotter heel dichtij deze beesten komen. Walvissen die je kunt zien in de wateren rondom IJsland zijn de blauwe vinvis, de bultrug, de dwergvinvis, en de gewone vinvis. De beste tijd om orka’s te spotten is in de winter en in de vroege zomer. Zij zoeken tussen januari en maart het IJslandse kustgebied en de fjorden op, in de hoop haringen te vinden. Wij hebben geen excursie gemaakt, omdat we er niet in het juiste seizoen (oktober) waren, maar we hebben vanaf de weg ver weg in de fjorden toch af en toe wat walvissen zien spuiten en springen. Een heel bijzonder gezicht!
Snaefellsjökull National Park, vulkaan en Saxhóll krater
We rijden via Hellisandur met het Maritiem Museum en de Ingjaldshólskirkja door naar Snaefellsjökull National Park. Snaefellsjökull is trouwens een gletsjer, nabij Ólafsvík. Als je er rondrijdt, begrijp je meteen waarom dit een Nationaal Park is: de natuur is schitterend. Overal ligt lava van ooit uitgebarsten vulkanen, en inmiddels is het begroeid met zachtgroen mos. Eén van de vulkanen die je er kunt bezoeken is de Saxhóll krater. Je kunt ‘m niet missen, je ziet deze markante vulkaan met metalen trap liggen vanaf de weg. Het is even een klim, maar wel leuk om te doen. Vanaf boven kun je een kijkje nemen in de krater en heb je een fenomenaal uitzicht over het Nationale Park. De moeite waard! Wat meer in het Zuiden van Snaefellsness vind je de Eldborg Krater. Deze is 60 meter hoog en meer dan 6000 jaar oud. In zo’n 3 kwartier maak je ook hier de klim naar boven, je hebt dan een prachtig uitzicht. Er omheen lopen kan ook trouwens. Wij hebben deze Krater overgeslagen, maar een volgende keer gaat hij zeker op mijn lijstje.
Svörtuloft en Öndverðarnes lighthouse
Er zijn ook nog twee vuurtorens te bekijken aan de kust. Je moet hiervoor wel een stukje de weg af. Svörtuloft Lighthouse en het oranje Öndverðarnes lighthouse, check de hashtags op instagram om foto’s te zien, dan kun je zelf beoordelen of ze de moeite waard zijn. Wij hebben ze overgeslagen vanwege tijdgebrek, maar op Instagram zien de plaatjes er prachtig uit.
Djúpalónssandur
Vlak voor de Vatnshellir Cave, waarover ik hieronder meer vertel, kun je nog een uitstapje maken naar Djúpalónssandur. Dit is een zwart strand met lavarotsen en grote kiezels en bijzonder om te zien. Je wandelt door een bizar lavalandschap voor je op het strand komt, waar nog steeds het wrak ligt van een schip dat in 1948 voor de kust is vergaan. In IJsland ligt dat er dan gewoon nog. Om op het zwarte kiezelstrand te komen sla je van weg 574 af naar het zuiden bij het kruispunt met weg 572 Dritvíkkurvegur road. Er zijn parkeerplekken bij Djúpalónssandur. De wandeling naar het strand is kort.
Vatnshellir Cave
Vatnshellir Cave is iets voor mensen zonder claustrofobie. Deze grot is 8000 jaar geleden gecreëerd door de uitbarsting van een smalle vulkaan die je ziet aan je linkerhand als je bij de grot bent. Je kunt met een georganiseerde tour 200 meter de grot in. Op de plaatjes op Instagram kun je zien dat je eerst een lange trap af moet. Ook adviseren ze warme kleding, outdoor schoenen en een goede conditie. Ik heb deze even aan me voorbij laten gaan, maar voor wie van avontuur houdt is deze 45 minuten durende tour waarschijnlijk een topidee. Je kunt er tussen 10 en 18.00 uur terecht en de kosten zijn voor volwassenen ongeveer €25. Kinderen kunnen mee vanaf 5 jaar.
Lóndrangar
We vervolgen onze weg over de 574, waar we vlak voor we het Snaefellsjökull National Park verlaten de bizarre rotsformatie Lóndrangar vindt. Je kunt er parkeren en er naartoe lopen, maar je kunt ook de bumpy road afrijden en Lóndrangar van een afstand fotograferen. Misschien nog wel mooier ook. Het is trouwens een vulkaanplug, dus onderdeel geweest van een krater en door erosie is de rest allemaal verdwenen.
Gatklettur en de Stone Bridge bij Arnastapi
Wie op Snaefellsnes de Stone Bridge bij Arnastapi wil bezoeken, komt misschien net als wij eerst verkeerd. Er is namelijk op de 574 bij Arnastapi eerst een afslag richting Gatklettur, wat ook een soort natuurlijke brug is. Hier kun je alleen niet op staan, je kunt ‘m alleen vanaf het uitkijkpunt fotograferen. Alsnog mooi, maar de Stone Bridge bij Arnastapi is toch indrukwekkender. Hiervoor rijd je door tot de haven van Arnastapi. Daar parkeer je de auto en volg je het pad dat aangegeven staat. In ongeveer 1,5 km ben je bij de Stone Bridge of Natural Bridge. Het kan er druk zijn, iedereen wil natuurlijk op de foto op de brug. Ik heb de toeristen die er waren gewoon gevraagd om even van de brug af te gaan, zodat ik alleen op de foto stond. De brug is vrij breed, maar bij nat of glad weer zou ik toch heel voorzichtig zijn en er zeker geen kinderen op laten.
Raudfeldsgja
Ter hoogte van Hellnar schijnt er nog een mooie kloof met waterval te zijn, Raudfeldsgja. Wij hebben deze niet bezocht, maar aan de foto’s te zien op Instagram is het wel de moeite waard. Ik zoek trouwens heel vaak op instagram naar bezienswaardigheden om te zien of ik het mooi genoeg vind om te bezoeken. Ook kun je er geïnspireerd raken uit welke hoek je het beste een foto kunt maken.
Worteltaart en koffie bij Rjúkandi
In de buurt van de Búdakirkja vind je in Vegamót het koffietentje en hotel Rjúkandi. Hier haalden wij wat te drinken en aten we superlekkere worteltaart, heel vers en lekker kruidig. Geloof me, tegen de tijd dat je daar bent, heb je best wel trek gekregen en dan is dit een leuke stop. Buiten staat een bord: even puffins come here for coffee!
Búdakirkja
Het meest gefotografeerde kerkje op het schiereiland is Búdakirkja. Het is een van de meest populaire bezienswaardigheden op Snaefellsnes. Dit zwarte kerkje zie je al van ver liggen als je op de F570 rijdt en het is de moeite waard om even te stoppen. Bij mooi weer kun je de auto laten staan en doorlopen naar Búda beach, om even te relaxen. Het schijnt een prachtig strand te zijn met goudgeel zand. Even voorbij het kerkje gaat de weg 574 trouwens weer over in de 54, die je verder volgt.
Gerduberg basaltzuilen
Ook bijzonder zijn de Gerðuberg Cliffs. Deze basaltzuilen zijn ongeveer een kilometer lang en hebben een hoogte tussen de 7 en 14 meter. Je kunt er via kleine paadjes omhoog klimmen als je zin en tijd hebt. Dan kun je zien hoe het er van boven uit ziet. Ik keek dat gewoon weer op Instagram, want wij hadden daar geen tijd voor. Het is wel een bijzondere bezienswaardigheid zo tussen al het moois op Snaefellsnes en weer heel anders dan alle andere dingen die je hebt gezien.
Landbrotalaug
Wij wilden graag ook nog even poedelen in een hotspring op Snaefellsnes en kozen Landbrotalaug uit, omdat deze 44 graden warme hotspring redelijk dicht langs weg 54 ligt. Helaas stond er een bordje dat de hotspring momenteel gesloten is. Wij durfden dus niet verder te rijden. Later zag ik op Instagram dat mensen er gewoon geweest waren, en het dus niet echt gesloten was. Volgende keer gaan we dus gewoon.
Sturlungalaug
Even verderop ligt nog een andere hotpool, namelijk Sturlungalaug. Je moet daarvoor verder de weg af, dus dat kan alleen als je de tijd hebt. Hij ligt langs weg 55, waar je op een bepaald moment een bord tegenkomt met Sydri-Raudimelur. Daar ga je in en na ongeveer 6,5 km vind je de bron. Volgens mensen die er geweest zijn de moeite waard, maar ik spreek dus niet uit eigen ervaring… Hotpools zijn wel echt een leuke bezienswaardigheid op Snaefellsnes, en heel erg IJslands!
Hraunafossar en Barnafossar
In de buurt van Reykholt kun je nog twee watervallen bezoeken. Deze watervallen liggen dus niet meer op Snaefellsnes, maar zijn als bezienswaardigheden buiten dit schiereiland prima aan te rijden. Ze liggen een geothermaal gebied, dat je merkt aan de vele rookpluimpjes die je van verre ziet. De watervallen zijn het absoluut waard om te bezoeken. De Hraunafossar lijkt zo uit gaten in de lava te stromen. In werkelijkheid komt dat water van een gletsjer die onder de lava ligt en het water baant zich door de poreuze lava een weg naar buiten. Een schitterend effect geeft dit. De waterval is heel breed. Je kunt vlakbij parkeren en een korte wandeling maken naar de ruige waterval Barnafossar.
Reykjavik
Vanuit hier vervolgden wij onze weg richting Reykjavik. Daar hadden we hotel Asbru geboekt voor €64, bij het vliegveld, want de volgende ochtend moesten we de auto inleveren en vlogen we vroeg terug naar Nederland.
Duurzaam reizen
We waren trouwens heel blij met de fijne auto die we huurden, een Skoda 4wd via Sunny Cars. Sunny Cars heeft altijd zo’n all-in huurformule. Geen verborgen kosten, alles zit erbij. Je hoeft dus ook geen extra verzekering ter plekke af te sluiten, alles is gewoon gedekt. Sunny Cars geeft tegenwoordig ook tips om duurzamer te reizen. Als je je bewust bent waar je op kunt letten, is dat al iets. Zo dragen we allemaal ons steentje bij. Zo adviseren ze om wat kleinschalige of eco-accommodaties te kiezen, je rijstijl aan te passen (dus minder hard te rijden) om de uitstoot te verkleinen en bij de keuze van je huurauto na te denken over het milieu. Hoe kleiner, hoe beter natuurlijk. Tegenwoordig kun je ook je CO2 heel eenvoudig compenseren via de website van Sunny Cars bij Greenseat, zodat je je steentje bijdraagt aan een beter klimaat.
