Albanië is een prachtig en vooral ook heel betaalbaar land. Hier kun je overnachten in prima hotels voor minder dan €30 inclusief ontbijt. Ik kon het ook niet geloven eerst, maar echt. Er is bovendien veel te zien en te doen. Van strand tot binnenland, van stad tot UNESCO werelderfgoed. Wie 2 weken of langer de tijd heeft kan heel wat doen, heb je minder tijd tot je beschikking, dan moet je keuzes maken.
Lees ook: Waar kun je echt authentiek Albanië zien?
Inhoudsopgave
Bezienswaardigheden Albanië op de kaart
Er is ontzettend veel te zien en bezoeken in Albanië, er zijn ook diverse UNESCO sites die je waarschijnlijk wel wil zien. Als je dan maar 4 dagen hebt, is het best een puzzel. Wat ga je doen en wat sla je over? Wij hebben ervoor gekozen om het Noorden te skippen en ons te concentreren op het Zuiden, het binnenland en de kust. Dus eigenlijk alles onder Tirana hebben we gedaan, alles erboven niet. Dat is voor een volgende keer. Op de kaart hieronder vind je alle interessante plekken, hiervan hebben wij dus ongeveer de helft gedaan.
Route door Albanië in 4 dagen
We vlogen op Tirana, dus daar begon onze trip. We kwamen rond 2 uur aan (dat had 12 uur moeten zijn). De huurauto kun je vooraf boeken of ter plekke bij de hokjes net buiten het vliegveld. Er zijn ook reizigers die alles met het openbaar vervoer doen. Dat schijnt prima te lukken, maar zelf vind ik een huurauto wel fijn. Wij huurden dit keer niet via Sunny Cars, omdat die geen auto beschikbaar hadden helaas. We waren voor 4 dagen een auto €135 kwijt.
Elblassan
Als eerste reden we naar Elblassan. Dit dorpje heeft niet per se veel sfeer, maar er zijn wel aardig wat winkels en leuke restaurantjes. We hadden alleen door de vertraging niet zo heel veel tijd om er uitgebreid rond te kijken. We hebben wat door de kleine achterafstraatjes geslenterd, de stadswal en de moskee bekeken en toen zijn we doorgereden, omdat we twee uur vertraging moesten inhalen. Dat was jammer, want eigenlijk hadden we het industriële deel van Elblassan nog willen bekijken en de fresco’s in de kerk net buiten het dorpje in het natuurgebied.
Berat UNESCO
De rit vanuit Elblassan vervolgde zich richting Berat, ook wel stad van 1000 ramen genoemd. Dit plaatsje staat op de UNESCO Werelderfgoedlijst. We reden eerst naar het kasteel van Berat, boven op de berg. Je hebt er uitzicht, maar wij vonden het uitzicht qua beeld wel een beetje tegenvallen. Je kunt er flink klimmen en rondwandelen. Er zijn ook aardig wat authentieke restaurantjes die de moeite waard zijn. Wij kozen er echter voor om na het bezoek aan het kasteel van Berat door te rijden naar het dorpje zelf en de wijk Mangalemi. We parkeerden langs de hoofdweg en hadden van daaruit schitterend uitzicht op het stadje en de oude Ottomaanse brug Ura e Goricës. Na foto’s te hebben gemaakt liepen we wat rond door de straatjes en kwamen uiteindelijk bij het restaurant Homemade Lili terecht. Een schitterend binnenplaatsje en een hele vriendelijke eigenaar, maar helaas was er geen plek. Jammer! We zijn dan gaan eten bij Friendly House, wat redelijk in de buurt zat en waar we heerlijk buiten hebben gegeten, met uitzicht op de rivier.
Vlöre
Vanuit Berat hadden we nog een rit voor de boeg naar Vlöre. Dit stadje ligt aan de kust, je kunt vanaf de boulevard Puglia in Italië zien liggen. We sliepen in een prachtig hotel: Villa Rias. Zeker een aanrader. Na een prima nacht en een lekker ontbijtje vervolgenden we onze tocht. Van Vlöre hebben we behalve de boulevard en de stranden niet zo heel veel gezien dus. De stranden zijn overigens wel heel mooi en er zijn op verschillende plekken gezellige restaurantjes met uitzicht op zee. Vlöre komt wel wat toeristisch over, er zijn ook best veel grote hotels. Maar zeker een mooie plek voor een paar dagen, als je wat meer tijd zou hebben.
Rit over de SH8
Vanuit Vlöre kun je op twee manieren naar Sarandë rijden, of via de E853, dan rijd je landinwaarts en kom je langs Telepene en Gjirokaster, of je neemt de SH8, die deels door de bergen en deels langs de kust rijdt. Wij namen de SH8, omdat we op de terugweg dan de andere route zouden nemen. Het was een schitterende rit, met leuke kustplaatsjes zoals Dhërmi (zeker de moeite waard om te stoppen voor een drankje!) en Himarë. Onderweg kom je langs prachtige uitzichtpunten, waar je vast de auto even aan de kant wil zetten om foto’s te maken. Zo vonden wij Panorama Llogara echt een heel mooi punt, maar net even voor de enorm bochtige weggetjes zijn we ook al even gestopt. Niet overslaan en houd je camera in de aanslag.
Porto Palermo
Vlak na Himarë zie je ineens een soort grot opdoemen beneden aan de weg. Dit is Porto Palermo en de grot is de duikbootbasis, die je misschien wel voorbij hebt zien komen in één van de spellen van Wie is de Mol. Je kunt deze ook bezoeken met een tour, dat hebben wij niet gedaan. Het uitzicht vanaf de weg op de duikbootbasis en de kustlijn is wel heel erg mooie.
Sarande
Op de 2e dag kwamen we na 3 uur rijden dus aan in Sarandë. Hier checkten we in bij Boutique hotel Glow, wel wat prijzig voor Albanese begrippen, maar dan heb je ook wel alle luxe. Het hotel zat aan het strand, er was een parkeerplek en we kregen voor ’s avonds een goeie dinartip: hotel Harmony. Met echt verfijnd eten! Met de lunch zaten we lekker aan het strand bij Piceria Alfa, waar we ook heel lekker onder een parasolletje hebben gegeten. Je kunt er zelfs met je voetjes in het water. Ook hier is een stuk van Wie is de Mol opgenomen trouwens. Omdat we op tijd waren, besloten we een rondrit te maken vanuit Sarandë door Butrint Nationaal Park, we bezochten Butrint Archeological site (UNESCO wereld erfgoed) en reden door naar Ksamil, de Malediven van Albanië, zo zeggen ze.
Butrint
Butrint is een soort onverwachte parel. We reden eerst via de SH98 vanuit Sarande richting Butrint National Park. Dit is een schitterende route, vol uitzichtpunten en heel veel groen. Vlak voor je aankomt zie je eerst het Venetian Triangle Castle. Daar moet je zeker even stoppen en foto’s maken van het waanzinnige uitzicht. Vervolgens neem je het pontje (€5 cash) naar de overkant, waar je de auto kunt parkeren en park in kunt. Let op, ook hier moet je entree betalen en dit kan alleen cash. Was iets van €7,50 (je kan vaak in euro of in LEK betalen). Dit is wel echt een aanrader, want je verwacht echt niet wat een bijzondere opgravingen daar zijn gedaan. Neem wel voldoende water mee, wij hadden dat niet meer en het was echt dorstig en heet weer. Je kunt door het bos een wandeling maken met een plattegrond die je krijgt en zo langs alle opgravingen komen. Onder andere de grote Basiliek en het Baptisterium was erg mooi. Ook het theater was prachtig. Er zwommen daar kleine schildpadjes in het water van de gracht. Wij vonden dit echt een van de hoogtepunten van onze reis.
Ksamil
Na Butrint reden we door over de SH81 naar Ksamil. Ksamil staat ook wel bekend als de Albanese Malediven, vanwege het turquoise blauwe water en de mooie stranden. Hoewel we er buiten het hoogseizoen waren, konden we ons toch wel een beetje voorstellen hoe hysterisch druk het in de zomer moet zijn. De strandbedjes stonden hutje mutje naast elkaar, niet echt mijn ding. Desondanks wel leuk om er een drankje te doen met uitzicht op het water en misschien even een duik te nemen in het prachtige water. Je kunt ook naar de eilandjes van Ksamil met een bootje (of zwemmen, indien goed getraind), die nog paradijslijker zijn dan Ksamil zelf. Grappig is trouwens dat je vanaf hier Corfu kunt zien liggen. Das echt maar een paar kilometer verder namelijk.
Syr i Kalter
De volgende dag vertrokken we naar het binnenland en onze eerste stop was Syr i Kalter, of ook wel “Het blauwe oog/The Blue Eye” genoemd. Dit ligt op slechts 30 minuutjes rijden van Sarande. Het is leuk om onderweg je lege waterfles te vullen met water uit de bron, dit kan net voorbij Bisrice op de SH99 langs de weg. Bij Syr i Kalter zelf is niet heel veel parkeerplek, dus staan veel mensen langs de weg. Het was er heel heet en vanaf de parkeerplek is het nog een behoorlijk stuk lopen naar Syr i Kalter. Je gaat eerst de brug over en dan naar rechts. Vervolgens loop je alsmaar rechtdoor, af en toe wat heuvelop en heuvelaf. Neem echt genoeg water mee en zonnebrandcreme, want er is geen beschutting en het is heel heet. De wandeling is ongeveer 1,5 km heen en ook weer terug. Uiteindelijk kom je een bord tegen naar rechts en dan ben je vlakbij het blauwe oog. Dit is een bijzonder Karsten fenomeen, waarbij kalk in het water voor een soort chemische reactie zorgt. Het water is echt bizar helder en prachtig van kleur. Bijna onwerkelijk. Het is officieel niet de bedoeling om er in te zwemmen, het is ook echt ijs-en-ijs koud, maar helaas zijn er mensen die vanaf het houten plateau toch in het water springen. Er is een klein toeristisch winkeltje en even verderop zit ook een restaurant met uitzicht op het meer. Hier hebben wij een lekker koud colaatje gedronken en zijn we ook even naar de wc geweest. Ik vond het echt een heel mooi plekje, gaaf ook al die Libelles die er rondvlogen. Maar het is wel erg toeristisch en druk helaas.
Libohove
Het dorpje Libohove ligt in de bergen en is ongeveer 40 minuten rijden vanaf Syr i Kalter. Hoewel het dorpje zelf niet zoveel voorstelt, is het bekend vanwege zijn “wonderboom”. Deze boom is een populier die met de takken in andere takken groeit, heel grappig om te zien. Het zit aan het einde van het dorpje, vlak voor je weer naar beneden gaat met de auto. Er zit ook een restaurantje bij waar je wat kunt drinken onder het bladerdak en er is een klein aangelegd watervalletje. Ik vond het wel een authentiek en rustiek plekje om even wat tijd door te brengen. Kinderen kunnen heerlijk spelen met het water. Het was er totaal niet toeristisch, ik denk dat veel mensen er niet voor om rijden. Of jij het wel de moeite waard vindt, moet je zelf beslissen 🙂
Hadrianapolis
Dit moet je ook net even weten, want je komt het niet veel in de reisgidsen tegen. Hadrianopolis is een Romeinse opgraving vlakbij Libohove. Het mooie is dat het er haast altijd rustig is, omdat niet veel mensen het weten te vinden. Je moet bij de afslag richting Gjirokaster de parallelweg nemen en dan stoppen bij de heuvel, net onder het viaduct door. Vanaf daar kun je niet meer verder met de auto. Je moet dan nog 500 meter lopen voor je aan je rechterhand Hadrianapolis ziet liggen. Waarschijnlijk ben je er alleen, wat wel heel bijzonder is. Er is gratis toegankelijk en het ligt prachtig zo met de bergen in de achtergrond. Het ligt bij het dorpje Sofratike. Ook hier geldt: neem zonnebrandcreme mee en water, er is geen beschutting. Meer achtergrondinformatie vind je hier.
Gjirokaster
Het dorpje Gjirokaster is beter bekend als het dorpje van de “Kledenopdracht” bij Wie is de Mol. Het is een bergdorpje en de weg erheen vergt wat moed: overal kleine, steile straatjes die soms ineens doodlopend bleken te zijn. Ook onze navigatie deed het hier niet al te best, maar met wat vragen hier en daar en een beetje gokken, vonden we de Bazar. Maar eerst gingen we lunchen bij een authentiek Albanees restaurantje dat op Tripadvisor hoog aangeschreven stond: Taverna Tradicionale. Heel eerlijk? Wij vonden het niet zo geweldig. De eigenaar maakt er een hele show van, maar we vonden het wat over de top. We moesten een Albanees hoedje op voor de foto, er werden allerlei gerechten aanbevolen want gemaakt door “mamma” en wat dingen gratis zoals een kruidnagellikeurtje en wijn, maar het eten was niet super. Denk dat deze man vooral heel goed is in marketing 🙂 Hij vroeg na afloop ook om een recensie op Tripadvisor. Tegenover hem zit een ander authentiek restaurantje, mogelijk net zo goed en minder hysterisch. Ook bij de Bazar, waar alle winkeltjes zitten, zijn een paar leuke restaurantjes. De Bazar gezellig trouwens, je kunt er ook zeker slagen voor wat souvenirs. Ook het kasteel is mooi en de klokkentoren die je al van ver ziet. Gjirokaster is UNESCO Werelderfgoed vanwege de vele authentieke Ottomaanse huizen die bewaard zijn gebleven. Deze kun je ook bezoeken. Tevens zijn er een aantal musea.
Benje thermal pools
Vanuit Gjirokaster vervolgden we onze weg naar Permet. Dit was ongeveer een uur rijden. Toch stopten we er niet, want we reden nog zo’n 20 minuutjes door naar de thermale pools van Benje (Llixhat e Benjes). Het is even zoeken, je hoeft niet de berg op, maar parkeer aan de camping-kant. Vanaf hier zie je de Ottomaanse brug Ura e Kadiut. Deze brug kun je overheen, best een beetje spannend, want een grote hoogte en geen zijkanten. Daarna kom je bij de Benje Thermal Pools. Sommige mensen roken een zwavellucht, maar ik nauwelijks. Er zijn meerdere baden, waarvan één hele grote en een paar kleinere. Verwacht geen heel warm water, maar het is zeker ook niet ijskoud. Waterschoenen zijn prettig, want er liggen best wat steentjes op de grond en hier en daar is het wat glibberig. Wij hebben hier geruime tijd ingezeten met een ondergaand zonnetje, het is absoluut een mooi plekje. Wie meer tijd heeft, kan ook nog een stukje het ravijn inlopen. Dat schijnt ook prachtig te zijn, aldus de eigenaar van onze bed & breakfast.
Permet
Wij sliepen die nacht in Permet, maar niet in de stad zelf. De stad is trouwens best levendig, met veel bloemen en enkele goede restaurants. Er zit ook een prima hotel. Toch kozen wij voor een bijzondere accommodatie bovenop de berg: Chri Chri guesthouse. Bijzonder, omdat je er niet zelf met de auto kunt komen, je hebt een 4wd nodig. Maar, geen stress, de eigenaar komt je met alle liefde ophalen in de stad. Hij appt je een locatie waar je je auto kunt parkeren en rijdt je dan in een kwartier naar zijn accommodatie. Tijdens de rit ben je dolblij dat je dit niet zelf hoeft te rijden, ik zat echt met het angstzweet tussen mijn billen de afgrond in de kijken, terwijl de auto alle kanten op stuiterde. Maar, laat dit je niet weerhouden om dit te boeken, want de eigenaar is een goede chauffeur en het plekje is te mooi om te missen. Een grote kersenboom in de tuin, loslopende ezeltjes, een wirwar van smalle straatjes, een moestuin, klaprozen overal en een fantastisch uitzicht over de vallei en een oase van rust. Wifi is er alleen buiten, waar je heerlijk in de zon of de schaduw, net wat je wenst, kunt eten. Er is een kok aanwezig die een heerlijk Albanees maal voor je bereid voor een zeer schappelijke prijs. Als ontbijt krijg je petulla met verse jam en honing. De eigenaar neemt je desgevraagd mee naar het kerkje St Maria Church of Leuse. Echt prachtig, hoe het ligt, maar ook de binnenkant. Heel bijzonder. Wij vonden dit echt een van onze hoogtepunten van de trip, mocht je hier ooit heen gaan, zeker dit guesthouse bezoeken!
Apollonia
Ook weer een Ottomaanse opgraving, deze is wel wat toeristischer. Je moet entree betalen en kun je het museum en de opgravingen bezoeken. Dit kan trouwens ook gratis, daarvoor rijd je met de auto naar het dorpje Pojan en klim je zelf de berg op. Wel een pittige klim, dus zorg voor goede schoenen en water. De auto kun je gewoon ergens langs de kant zetten. Wij bezochten deze plek toen we onderweg waren van Permet richting Tirana.
Dürres
Het plaatsje Dürres ligt aan de kust, vlakbij Tirana. Het is nogal toeristisch, met hysterische hotels en restaurants. Niet per se een aanrader, eerlijk gezegd. Toch noem ik het hier wel, want wie van de gebaande paden afgaat, ontdekt soms toch een heel authentiek plekje. Dat vonden wij net voor Dürres, namelijk Peshk i Fisket Xeni. Wij kwamen hier dus bij toeval terecht. Je moet een stukje over een gravelroad, maar prima te doen met een gewone auto. Vervolgens parkeer je dichtbij het restaurant. Het ligt aan zee, ideaal dus ook met kinderen, die lopen zo het strand op om te spelen. Het terras is beschut met een rieten dak. Wij zaten helemaal vooraan, met uitzicht op het strand en een heerlijk koel briesje. Een kaart hebben ze niet. Je gaat zitten, bestelt je wijn en eten en dan komt er vervolgens eerst een bak met heerlijk verse salade. Ondertussen vallen je opeens ook de kleine vogelkooitjes op die her en der hangen, met zebravinkjes erin. Heel schattig. Daarna komt er een bord met vis, schaal en schelpdieren waar je u tegen zegt. Allemaal zo vers gevangen, ongefileerd, maar heerlijk! Beetje frietjes erbij en lekker eten. Denk er wel aan om cash geld mee te nemen, want pinnen kan daar niet, zo kwamen we achter. Heel vervelend, want we hadden nog maar 3 euro. De eigenaar was geweldig, er was geen pinautomaat in de buurt dus bood hij ons het eten aan. Waar vind je nou nog zoveel vriendelijkheid?
Duka Winery
Tot slot streken we neer bij Duka Winery, even boven Tirana. Een werkelijk prachtige plek, met een mooi aangelegd stuwmeer en uitzicht over de wijnvelden. Er zit een goed restaurant bij en je kunt tours boeken. Wij hebben een tour gedaan waarbij we eerst door het wijnveld gingen, daarna een boottocht over het meer en tot slot een proeverij met uitzicht. Ondergaand zonnetje. Echt genieten. En de wijntjes waren heerlijk. We hebben een doosje besteld die ze voor ons zullen opsturen naar Nederland. Ik kijk er al naar uit!
Krüje
De laatste nacht sliepen wij nabij Krüje, wat trouwens ook een leuk dorpje is om nog even te bezoeken als je tijd hebt. Het ligt dichtbij het vliegveld, voor ons de hoofdreden om hier te eindigen. Gewoon een relaxed hotel, zodat je de volgende dag, bij een vroeg vlucht, op tijd op het vliegveld bent.
Vliegen op Albanië
Om te vliegen op Albanië kun je zonder overstap vanaf Eindhoven Airport vertrekken of net als wij vanaf Brussel Charleroi vliegen met Transavia of WizzAir. Net wat het goedkoopste of qua tijden het meest praktische is. Houd wel rekening met vertraging, wij hadden dat op de heenweg een paar uur en dat schijnt vaker voor te komen. Met de auto kan trouwens ook, maar het is wel een etmaal rijden, dus trek er een paar weken voor uit. Fijne is wel dat je dan geen huurauto nodig hebt natuurlijk. Dat scheelt weer. En als je onderweg ook even stopt in Oostenrijk, Slovenië of Kroatië kun je het prima combineren. Kijk hier voor tips over Albanië met kinderen.