Het is een mijlpaal voor kinderen en hun ouders: fietsen zonder zijwielen. Van het kind vraagt het zelfvertrouwen en durf. En van de ouders: conditie en motiveringskracht. Maar wanneer is je kind er klaar voor? Staat het te popelen om het te proberen, ga dan aan de slag. En zo niet? Wacht dan gewoon nog even. Gemiddeld leren kinderen tussen de 4 en 5 jaar zelfstandig fietsen. Maar het is helemaal niet erg als dat wat later gebeurt.
Om het zelfvertrouwen te vergroten, is het belangrijk dat het kind zich zeker voelt op zijn kinderfiets. Koop de jongens- of meisjesfiets niet ‘op de groei’. Een kind voelt zich zekerder als het gemakkelijk met de voeten bij de grond kan. Ook ouders spelen een belangrijke rol. Stimuleer het zelfvertrouwen door het kind aan te moedigen. Dat klinkt als een open deur maar hoe groot is de neiging om te roepen: ‘Pas op! Kijk uit!’ Daarmee maak je het kind bang en dat werkt averechts.
Voor het leren fietsen zonder zijwielen is de maat dus belangrijk. Neem nog liever een iets te kleine dan een te grote fiets. Zou je dochter normaal een meisjesfiets 20 inch moeten hebben? Oefen dan ‘met zonder’ zijwieltjes op een meisjesfiets 18 inch.
Een indicatie voor de juiste fietsmaat is:
Bandenmaat/Lengte kind:
12 inch 92 – 104 cm
16 inch 104 – 116 cm
18-20 inch 122 – 128 cm
22 inch 128 – 134 cm
24 inch 134 – 140 cm
26 inch 146 – 158 cm
Denk ook aan:
o Zet het zadel zo laag dat het kind met beide voeten plat op de grond kan;
o Een meisjes- of jongensfiets met een lage instap maakt op- en afstappen gemakkelijker;
o Een fiets zonder versnellingen en met terugtraprem is gemakkelijker te bedienen
Kies een rustige straat of parkeerterrein waar weinig verkeer is en die niet vol staat met geparkeerde auto’s. Een val kun je niet altijd voorkomen, zorg daarom dat het kind een helm op heeft. Laat het niet oefenen op gras. Dat lijkt fijn voor een zachtere val, maar een zachte ondergrond is veel moeilijker om vaart op te maken. En pas als je vaart maakt, kun je de fiets gemakkelijker overeind houden. Ren mee naast de fiets, iets achter je kind en houdt het vast aan zijn jas of bagagedrager. Er zijn ook hulpmiddelen te koop die het vasthouden vergemakkelijken. Zoals een hesje met een handvat op de rug of een stang die je verticaal op de bagagedrager zet. Let erop dat je kind naar voren kijkt en niet naar het stuur of de trappers. Het evenwichtsgevoel is ook op jongere leeftijd al te leren door middel van een loopfiets. Met de loopfiets leren kinderen op spelenderwijs te balanceren op twee wielen.
Omdat angst vaak het grootste probleem is bij het leren fietsen, willen veel kinderen niet dat je loslaat. Oefen in ieder geval eerst met stoppen en afstappen: verminder vaart, zet één voet op de grond en stap af. Als het fietsen goed gaat, laat dan af en toe de fiets los zonder dat het kind het merkt. Doe dit steeds iets langer. Uiteindelijk fietst het kind van je weg en ontdek: ik kan het! ‘Mááám, Páááp, ik kan mét zónder zijwielen fietsen!’ Kleintjes worden groot (en snel), zullen we maar zeggen.