Je gaat op vakantie en uiteraard pak je ook een camera in. Je gaat immers op weg naar een prachtige bestemming en dat moet worden vastgelegd! Als leek kun je met een paar simpele tips van onze fotograaf Jelita Scholing méér uit je vakantiefoto’s halen. Alle tips op een rijtje:
1) Size doesn’t matter
Leuk dat je tegenwoordig voor een redelijke prijs een spiegelreflexcamera kunt kopen, maar zolang je niet goed onder de knie hebt hoe je al die extra knopjes moet besturen heb je in feite niets gewonnen ten opzichte van een leuke compacte camera. Een spiegelreflex is groter, zwaarder, lastiger te bedienen en ook helaas veel jatgevoeliger dan zo’n kleine camera. Wil je toch echt de National Geographic halen met je vakantiefoto’s? Kies dan inderdaad voor een mooie spiegelreflexcamera en volg een cursus of opleiding om goed te leren omgaan met deze complexere apparaten.
Ga jij liever voor een ontspannen vakantie waarbij je af en toe wat vastlegt als herinnering voor later? Neem een kleinere compact- of systeemcamera. De volgende tips gaan je helpen om ook daar het maximale uit te kunnen halen!
2) Ken je camera
Oefening baart kunst zeggen ze. Uiteindelijk is dit wel wat je graag wilt van je vakantiefoto’s; dat ze zo aan de muur kunnen! Dagje weg met de familie? Neem die camera lekker mee en probeer van alles uit, zo loop je vast tegen dingen aan die je dan voor je vakantie nog uit kunt zoeken. Lees de gebruiksaanwijzing, maar ook internet biedt een hoop antwoorden als je er niet uit komt.
Extra tip: let bijvoorbeeld op hoe je goed scherpstelt met je toestel! Hier kun je een groot verschil mee maken.
3) Bestemming bereikt
Niet alles hoeft direct vast te worden gelegd. Zorg eerst voor een ontspannen omgeving en gevoel van rust voordat je begint te bedenken wat er allemaal na de vakantie getoond moet worden aan vrienden en familie. Zo maak je minder onzinnige foto’s en wordt fotograferen ook echt een deel van die ontspanning. Vergeet dus vooral niet om ook te genieten van al dat moois om je heen!
4) Aan de slag
En terwijl jij dan heerlijk loopt weg te dromen op die prachtige bestemming, probeer je eens vast te leggen wat jou opvalt. Niet dat mooie gebouw dat iedereen fotografeert, maar juist die mensen eromheen die met open mond omhoog staan te staren. Uiteraard pak je een snelle foto van het gebouw mee, maar wil je het thuisfront echt imponeren met je kunstwerkjes, dan zul je met iets bijzonders aan moeten komen natuurlijk.
Let ook vooral op mooie details, gekkigheden en zaken die niet op ooghoogte gebeuren! Volg met je ogen het licht; zonnestralen door de bomen, een zonnestraal die precies valt op een detail, het helpt je om je onderwerp eruit te doen laten springen.
– Rechts vallen de kleurige bloemen en fietsen extra op, omdat de zon er fel op schijnt. Het gebouw op de achtergrond geeft voldoende schaduw, en daarmee contrast, om ze zo extra uit je beeld te laten springen!-
5) De zon; vriend en vijand
Uiteraard vermijd jij netjes de zon op de uurtjes waarop zij het hardst haar best doet. Dit is een voordeel voor je foto’s. Want een portret in de volle zon maakt vaak dat je onderwerp er vrij flets op komt te staan. Juist in de ochtend en avond, wanneer de zon wat lager staat, helpt ze het meest mee aan sfeervolle foto’s. Toch midden op de dag op pad? Gebruik dan de schaduw! Het contrast tussen zon en schaduw in één beeld kunnen verrassende beelden opleveren.
Gebruik de zon om te experimenten. Ze kan helpen om de meest prachtige plaatjes te schieten, maar ze kan je foto’s ook flink verpesten. Plaats je model eens met zijn of haar rug naar de zon. Zo krijg je geen knijpende ogen en kun jij heel bijzondere plaatjes schieten. Gebruik waar nodig de flits, als je onderwerp te donker blijkt te worden bijvoorbeeld.
Schakel verder de flits zoveel mogelijk uit, probeer vooral uit wanneer je hem wel nodig hebt.
6) Reisgenoten
Vaak willen ze niet graag worden gefotografeerd, net als jijzelf stiekem. Probeer zo onopvallend mogelijk portretten van je reisgenoten te schieten. Dus roep niet iemands naam om de aandacht op de camera te vestigen, maar laat ze even lekker wegdromen en maak dan gauw een portret.
Zo krijg je vaak de meest natuurlijke portretten, waar jullie beide blij mee zullen zijn. Fotografeer kinderen bijvoorbeeld als ze aan het spelen zijn en niet door hebben dat je daar foto’s van maakt, actiefoto’s werken namelijk altijd goed!
En fotograaf, sta je camera af en toe even een uurtje af aan één van die reisgenoten. Leuk voor later!
7) Wat doe jij nou?
Gebruik verschillende standpunten. Draai je camera eens naar de zon toe, maar er net zo goed vanaf. Ga eens door je hurken en bekijk je omgeving van een andere kant. Of als je ergens op kunt gaan staan juist van bovenaf. Variatie maakt je boek achteraf een stuk interessanter, zowel voor jezelf als voor de mensen die jij dat boek met trots gaat tonen!
8) Flits
Schakel de flitser uit waar je hem niet nodig hebt. Vaak flits je onnodig mooie schaduwen en accenten weg, waardoor je foto er al gauw plat uit komt te zien. Probeer het eens, bekijk het verschil en oordeel zelf. Iedere situatie is anders. Vergeet de flits ook vooral niet uit te schakelen op plaatsen waar je andere mensen er mee lastig kunt vallen. Bijvoorbeeld tijdens het diner.
Het is een ware trend om je prachtig opgemaakte bord met heerlijke eten te fotograferen, maar je buurman probeert van heel andere dingen te genieten en wil liever niet worden gestoord door jouw flitslicht. Probeer je bord in een mooi licht te plaatsen (door bijvoorbeeld het kaarsje wat dichterbij te zetten, of hem goed onder de lamp in de buurt te zetten) en maak je foto zonder flits. Wordt het dan toch te donker? Pech, helaas! Geniet lekker van je eten. Desnoods fotografeer je morgen bij daglicht je ontbijt of lunch!
9) Achtergrond
Let goed op de achtergrond wanneer je ergens een foto van wilt maken. Soms kun je door een stap naar voor, achter, links of rechts te zetten, een totaal ander beeld creëren. Denk bijvoorbeeld aan een lelijke prullenbak die uit beeld verdwijnt als jij een stapje verplaatst.
Het kan ook zijn dat je heel andere zaken in beeld krijgt, of datgene dat je fotografeert er in een andere omgeving anders uitziet.
Varieer eens met waar je het onderwerp voor de achtergrond plaatst. Zoals bij de volgende foto’s: de boom. Je ziet dat de achtergrond en daarmee het hele beeld ook weer mee verandert.
Op de linker foto staat de boom zo goed als in het midden. Op de rechter foto staat de boom volgens de ‘Regel van derden’. De boom(stam) is ongeveer gelijk aan de rechter lijn. Zoals je kunt zien heb ik dus ook niet met een liniaal erlangs gestaan, het is je beeld ongeveer in drieën verdelen en je onderwerp op zo’n lijn of kruispunt positioneren! Het maakt je beeld al snel spannender dan wanneer je alles netjes in het midden plaatst.
10) Geniet!
Fotograferen is leuk, mooie foto’s overhouden aan je prachtige vakantie is nog leuker, maar een prachtige ervaring van je vakantie maken is het aller-leukst! Geniet daarom volop en fotografeer alles dat je interessant genoeg vindt om te bewaren als herinnering. Vergeet ook niet die camera af en toe even op te bergen en gewoon om je heen te kijken. Goed voor jezelf, je reisgenoten, maar ook voor je inspiratie!
Fijne vakantie!
-Alle foto’s in dit artikel zijn gemaakt tijdens een stedentrip in Stockholm, en niet met een spiegelreflex! Ze zijn niet nabewerkt-