Want morgen is het Buitenspeeldag! In heel veel gemeenten worden straten afgesloten voor het verkeer en zijn er leuke buitenspeelactiviteiten georganiseerd. Zelfs Nickelodeon doet mee en zet de hele middag het televisiescherm op zwart: dat zouden ze van mij vaker mogen doen… Trek dan gelijk de stekker uit alle apparaten thuis, want oh boy: wat zijn er veel verleidingen die onze kinderen er van weerhouden om lekker (ouderwets?) te gaan klimmen in bomen, speuren in slootjes, rollen in het gras en wat er zoal nog meer in de natuur te doen is.
Veel kinderen hebben helaas geen fijne groene plek in de buurt waar ze zich kunnen uitleven. Of wonen aan een gevaarlijk drukke straat waardoor ze niet eens veilig naar buiten kunnen. En dus blijven ze binnen. Maar liefst één op de vijf kinderen speelt niet of slechts één keer per week buiten, volgens Jantje Beton, de organisator van Buitenspeeldag. Als rasecht buitenkind (ik bivakkeerde zomer en winter op het grote grasveld tegenover ons huis en zwierf vaak langs de dijk vlakbij) kan ik het me niet voorstellen. Ook mijn kinderen zijn altijd buiten bezig met voetballen, skateboarden, badmintonnen, jongleren met de diabolo (!) of gewoon met… niks! Want het geheim van buiten spelen is dat je er eigenlijk zo weinig bij nodig hebt. Met een beetje fantasie en nieuwsgierigheid naar alles wat er groeit en bloeit kom je al een heel eind. En heb je toch tips nodig, dan zijn er genoeg organisaties die dat (gratis) geven en er zelfs allerlei activiteiten voor organiseren om je op weg te helpen.
Onze kids zijn al een aantal jaren lid van OERRR, de jongerenclub van Natuurmonumenten. Afgelopen maand waren we op een Wilde Buitendag aan de Nieuwkoopse Plassen die door hen was georganiseerd, vol activiteiten als leren vlotten bouwen en vuurtje stoken. Maar ook het IVN is met z’n Scharrelkids druk in de natuur bezig. Aanstaand weekend zijn er de Slootjesdagen, superleuk om eens te kijken wat er allemaal in het water krioelt. Staatsbosbeheer organiseert vaak activiteiten met de boswachter en legt op steeds meer plaatsen speelbossen aan. Wij gaan regelmatig naar het Gagelbos waar je niet alleen kunt klimmen, maar ook ‘gevaarlijke’ rivieren moet proberen te bedwingen door over smalle boomstammen te balanceren. Sky is nog steeds verontwaardigd dat we niet kwamen aanrennen toen hij daarbij bijna in het water viel. “Ik riep heel hard om hulp, maar jullie dachten dat ik een grapje maakte…” Het water was er ook nog geen halve meter diep en hij bereikte uiteindelijk zelf veilig en trots de overkant, maar ja: zulke (buiten)ouders zijn wij dus wel.
Er zijn ook allerlei leuke boekjes te koop met tips, zoals Het Gruffalo Natuurspeurboek. De schrijfster hiervan, Julia Donaldson, maakte dit boekje omdat ze om zich heen zag hoe weinig er buiten werd gespeeld en kinderen hiermee wilde stimuleren. Missie geslaagd, met name door de leuke stickertjes die je kleuter kan plakken bij ieder beestje of bloemetje dat hij tegenkomt. Voor peuters is er het kartonnen boekje Kriebelwiebeldiertjes, met lieve tekeningen en versjes over wat er buiten allemaal voor moois (!) rondkruipt. En grotere kinderen vermaken zich eindeloos met het speelse vraag- en antwoordboek Kan een regenworm ook verzuipen? Zo laat je ze met nog meer plezier naar buiten gaan!
